Mestonderzoek 

Standaard zal de mest van alle paarden 2 keer per jaar onderzocht worden. Soms wordt er geadviseerd om nog een keer extra de mest te onderzoeken. Dat is wanneer de besmetting wel hoog is maar niet hoog genoeg om direct te ontwormen, paarden die heel gevoelig zijn voor wormbesmettingen en bij jonge paarden omdat die nog gevoeliger voor wormbesmettingen zijn dan oudere paarden.

Voordat het weideseizoen begint zal er mestonderzoek worden gedaan bij alle paarden.  De paarden waarbij een hoge ei-afscheiding wordt gevonden zullen direct  ontwormd moeten worden. Na 14 dagen moet opnieuw de mest nagekeken worden om te bepalen of de hoeveelheid eitjes is afgenomen en dus of het ontwormen effectief is geweest. Daarna kunnen  de paarden in principe de wei op. Tot die tijd is het verboden paarden in de wei te zetten! Het is de bedoeling dat de weilanden  schoon blijven! Dit komt de gezondheid van al onze paarden ten goede! Paarden die besmet zijn met wormen scheiden met de mest wormeitjes uit. Die eitjes worden na een tijdje  larven en die larven worden vervolgens met het gras door het paard, of een ander paard, weer opgenomen. Mestonderzoek wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de weidebesmetting laag blijft door de uitscheiding van eitjes laag te houden. En om  de paarden alleen te ontwormen als het echt nodig is. Dit om resistentie tegen te gaan. En er komen minder chemicaliën in de wei als er alleen maar ontwormd wordt als het echt nodig is en niet meerdere keren per jaar preventief wordt ontwormd. 

Om misverstanden tegen te gaan, de paarden mogen alleen in overleg met Niek en Deske de wei op!

Wanneer vinden de onderzoeken plaats?

De eerste mestonderzoeken van het  jaar zullen eind april/begin mei plaatsvinden. Twee à drie keer per jaar zal de mest nagekeken worden. In april en juni/juli. In september alleen de paarden die verdacht worden van een wormbesmetting en de paarden die tijdens de tweede telling een verhoogde ei-afscheiding hadden maar die niet hoog genoeg was om  te ontwormen. In november/december, bij voorkeur na de eerste nachtvorst, worden alle paarden preventief ontwormd met een ontwormingsmiddel met een breed spectrum.  Met dit middel worden ook de horzellarven gedood.

Uitslag

Er zijn 3 categorieën waar resultaten in worden ingedeeld. Namelijk een lage of geen besmetting. Een geringe besmetting en een hoge besmetting. 

Een lage besmetting wil zeggen een EPG < 200. EPG = Eitjes Per Gram. 

Bij een EPG tussen de 200 en 500 is er sprake van een geringe besmetting. Deze paarden worden extra goed in de gaten gehouden en is het verstandig de mest na 4 weken nogmaals te controleren. 

Bij een EPG > 500 moet een paard ontwormd worden. Met na 2 weken opnieuw een mestonderzoek om te kijken of de wormenkuur voldoende zijn werk heeft gedaan. 

Wanneer er geen wormeneitjes worden gevonden wil dat niet altijd zeggen dat er ook geen wormen aanwezig zijn. Het kan zijn dat er op het moment van monstername geen ei-leggende (volwassen) wormen aanwezig zijn. Ook kan het natuurlijk zijn dat er in het genomen monster geen eitjes bevinden.

Communicatie

Gedurende ca. 2 weken zal de mest van de paarden onderzocht worden. Iedere eigenaar krijgt per WhatsApp een bericht met de uitslag en een tikkie met de kosten.

Tarieven